Smartphone viert twintigste verjaardag
"Aanbieding: smartphone. Gewicht: 510 gram. Besturingssysteem: DOS. Met uitschuifbare antenne en monochroom touchscreen. In staat om te bellen, sms’en en faxen te versturen. Prijs: 1100 euro. Met tweejarig abonnement: 900 euro.’’
Eerste smartphone: de IBM Simon
Wie zou nu nog zo’n telefoon kopen? Twintig jaar geleden in ieder geval niet zoveel mensen. De ‘Simon’ van IBM is nooit populair geworden en na slechts enkele maanden en enkele duizenden verkochte exemplaren verder, staakte IBM het project. Waarom de IBM Simon dan toch van belang is? Omdat het de allereerste smartphone is!
In de boeken staat 1994 als het jaar waarin de eerste smartphone in de winkels lag. De IBM Simon zag er nog uit als een gewone mobiele telefoon, met een touchscreen in plaats van cijferdruktoetsen. Ook kon je afspraken noteren in een agenda. Draadloos faxen en e-mails versturen kon het toestel ook. Het toestel was daarnaast ook een semafoon, zodat je opgepiept kon worden door mensen die nog niet zo’n moderne mobiele telefoon bij zich hadden. Voor de invoer van nummers en letters werd een styluspen gebruikt.
Hoewel deze logge telefoon in weinig lijkt op de iPhone en de Androidtelefoons van nu, was de combinatie van ‘slimme’ functies met traditionele functies als bellen en sms in de Simon voor het eerst te vinden.
De geboorte van de smartphone
IBM boekte geen succes met de Simon, maar er werd wel een trend gezet. Niet lang daarna kwamen fabrikanten als Nokia en Ericsson met soortgelijke toestellen, die steeds weer wat meer konden. Zoals de Nokia Communicator 9000 uit 1996, waar ook een compleet qwerty-toetsenbord in was verwerkt. Daarmee werd typen makkelijker.
Overigens was de term smartphone nog niet eens bedacht ten tijde van de IBM Simon en de Nokia Communicator 9000. Die zag pas later het licht, toen Ericsson in 1997 een telefoon met een groot touchscreen ‘Smart Phone’ noemde. Dat was de GS88, naar huidige begrippen een enorm apparaat dat je open klapte om het touchscreen te kunnen zien. Sindsdien werden alle telefoons met slimme functies zo genoemd.
Nokia ging verder met de ontwikkeling van de Communicator-serie en bracht in 2001 de eerste smartphone met een kleurenscherm uit. Daarmee onderscheidde deze telefoon van Nokia zich van andere smartphones van bijvoorbeeld Palm, HP, BlackBerry en Ericsson, die het nog allemaal moesten stellen met zwartwitschermen. Ook de functies werden uitgebreid. Met een smartphone hadden mensen een agenda, adressenboek, telefoon, muziekbibliotheek, kantoorsoftware zoals Word en Excel, een afstandsbediening en nog veel meer in handen. In feite werd een complete handcomputer gekoppeld aan een telefoon, maar het waren wel allemaal nogal zakelijke apparaten. Spelletjes waren er bijvoorbeeld nauwelijks voor te krijgen.
Symbian wereldleider
Het smartphonetijdperk begon pas echt rond 2006. Op dat moment was het besturingssysteem Symbian wereldleider. Het werd ontwikkeld door Nokia en andere fabrikanten zoals Samsung en Sony sloten zich erbij aan. Andere smartphonepioniers waren Palm en BlackBerry. Het uiterlijk van smartphones veranderde. Van een logge telefoon die op een grote vierkante telefoonhoorn leek, ging het steeds meer naar een platte zakcomputer met een groot scherm.
Trendsetter was BlackBerry. De eerste telefoons van deze Canadese fabrikant werden populair nadat de Amerikaanse overheid in 2005 alle FBI-agenten met zo’n handige smartphone met een lettertoetsenbord en groot monochroom scherm uitrustte. In Nederland werden de BlackBerry’s pas tegen 2008 populair. Tot verrassing van de fabrikant zelf niet bij zakenlieden, de primaire doelgroep, maar bij de schooljeugd. De populariteit onder de jeugd kwam voort uit het ‘pingen’. BlackBerrygebruikers konden elkaar goedkoop berichtjes sturen. Op de Nederlandse schoolpleinen waren ineens heel veel BlackBerry’s te zien. Pingen was zo een voorloper van het huidige WhatsApp.
De iPhone (2007)
In 2007 werd een complete revolutie op smartphonegebied ontketend door Apple. De fabrikant verraste iedereen met de eerste iPhone. Het toestel had maar één knop aan de voorkant. Touchscreens bestonden al, maar die moesten tot dan toe vooral worden bediend met een styluspen. Je kon nu voor het eerst goed uit de voeten met je vingers. Om iemand te bellen, hoefde je op het scherm alleen maar een icoon aan te tikken.
Als een andere functie werd opgestart, was het hele scherm voor die ene functie bestemd. Knoppen waren daardoor niet meer nodig. Er kon ook muziek mee worden beluisterd en geïnternet worden. Het toestel zat zeer ingenieus in elkaar, en de software bleek ook voor gebruikers met weinig technische kennis goed te bedienen. De iPhone was daarmee een schot in de roos. Kort na de release kon aan de vraag naar iPhones niet direct worden voldaan. Ter illustratie: in Nederland importeerden fans het toestel vanuit de Verenigde Staten of lieten het meenemen door iemand die het land bezocht had, voordat het officieel uitgebracht werd.
Na de presentatie van de eerste iPhone was het ook bij andere fabrikanten snel afgelopen met de toetsenbordjes, dikke ontwerpen, monochrome schermen en onhandige software. De iPhone veroorzaakte een totale ommekeer op smartphonegebied.
Android, het antwoord van Google (2008)
Op de achtergrond was Google al een paar jaar bezig met de ontwikkeling van een nieuw mobiel besturingssysteem: Android. Een kleine firma die deze software ontwikkelde, werd door Google opgekocht en eind 2008 werd de eerste Androidtelefoon aangekondigd: de HTC G1, bijgenaamd de Dream. Deze telefoon was voorzien van een flink kleurenscherm, met een compleet lettertoetsenbord eronder en ook nog wat telefoon- en functietoetsen. Deze eerste telefoon legde het op het gebied van functionaliteit af tegen de iPhone, maar Google deed iets wat Apple niet deed: Android werd gratis beschikbaar gesteld aan alle fabrikanten die er maar mee aan de slag wilden gaan. Al gauw kwamen HTC, Samsung, LG en Sony met meer Androidtelefoons op de markt, die steeds dunner werden, goedkoper, en uitgerust met steeds meer functies. Die eerste Androidtelefoons waren bijna allemaal stukken goedkoper dan de iPhone.
Dit luidde een concurrentieslag in tussen de iPhone en het hele Androidplatform. Beide systemen konden zich in toenemende mate met elkaar meten. Elk jaar bracht Apple een nieuwe iPhone uit die sneller was, groter, mooier ontworpen en met steeds meer functies. Datzelfde deden alle Androidfabrikanten. Die konden vrijelijk hun gang gaan met het softwareplatform en zij kwamen met steeds grotere schermen, snellere processoren, en aanvankelijk allemaal een eigen softwareschil om Android heen, om zich op die manier nog meer van de concurrerende Androidfabrikanten te kunnen onderscheiden. HTC kwam bijvoorbeeld met de unieke software HTC Sense, die veel klanten bekoorde vanwege zijn fraaie uiterlijk en mooie widgets. Sony Ericsson probeerde het met Timescape, en Samsung met TouchWiz. Iedere fabrikant bedacht zo zijn eigen software voor Android.
Google en Apple namen het ook tegen elkaar op met telefoonsoftware. Ontwikkelaars kregen ruim baan op de smartphones en hun apps vormden al snel een belangrijk onderdeel van elk toestel. Apple richtte de App Store op, waar apps konden worden gedownload zodat je nog meer met je iPhone kon doen.
Google volgde in 2008 al snel met Google Play. Momenteel bevatten beide downloadwinkels meer dan een miljoen apps en spelletjes. Die grote beschikbaarheid van apps voor Android en de iPhone is van groot belang gebleken voor het succes van de beide platforms. Andere besturingssystemen kwamen er nauwelijks meer aan te pas; BlackBerry moet het bijvoorbeeld afleggen met slechts vijfduizend apps in zijn downloadwinkel.
Het late antwoord van Microsoft: Windows Phone (2010)
Toch probeerde één nieuwe partij nog een voet tussen de deur te krijgen: Microsoft. Drie jaar na de eerste iPhone en twee jaar na de lancering van Android werd de softwaregigant pas wakker. Het was inmiddels 2010. Windows Phone werd met veel bombarie gepresenteerd. Dit besturingssysteem zou een geduchte tegenstander worden voor Apple, dacht Microsoft. In 2010 brachten LG, Samsung, HTC en Dell de eerste Windows Phonetoestellen uit.
Hoewel Windows Phone een verfrissende aanblik biedt naast de iPhone en de talloze Androidtelefoons, is het besturingssysteem van Microsoft tot dusver geen groot succes gebleken. De meeste fabrikanten van het eerste uur haakten weer snel af. Nokia was de enige fabrikant die er enthousiast mee aan de slag ging, na de afschaffing van Symbian.
Samsung wordt de grootste
Het is de afgelopen vijf jaar bijzonder snel gegaan met zowel de iPhone als Androidtelefoons. Driekwart van alle telefoons die nu worden verkocht heeft Android als besturingssysteem. Nog eens vijftien procent is een iPhone. Ook Androidfabrikanten onderling strijden fel om marktaandeel. Na de eerste HTC-telefoon maakte deze Taiwanese fabrikant een aantal succesvolle telefoons, waaronder de HTC Desire en de Google Nexus One. Daarna nam Samsung het stokje over op Androidgebied. Deze Koreaanse fabrikant is inmiddels al jarenlang Androidfabrikant nummer één, en sinds Nokia in 2011 voorbij werd gestreefd, mag Samsung zich zelfs de allergrootste fabrikant van mobiele telefoons ter wereld noemen.
De smartphonepioniers van weleer leiden nu een moeizaam bestaan. Nokia en BlackBerry hebben de afgelopen jaren tienduizenden werknemers moeten ontslaan en verkopen nog maar weinig telefoons. HTC, Motorola en Sony boekten aanvankelijk kleine successen op de Androidmarkt, maar leggen het nu allemaal af tegen Samsung. Naast smartphones kan je ook een kijkje nemen bij sim only abonnementen of prepaid simkaarten.
Duopolie: Samsung en Apple
De mobiele markt is momenteel verdeeld tussen Samsung en Apple, en de rest mag wat kruimels meepikken. De bekende smartphonefabrikanten moeten echter wel oppassen. Chinese concurrentie komt eraan. Huawei is nu al de derde smartphonefabrikant ter wereld, en eveneens Chinese fabrikanten als Xiaomi en Lenovo zitten er niet ver achter.
Het gaat dus alweer heel spannend worden in smartphoneland, want een nieuwe concurrentiestrijd staat klaar om te beginnen. Dat is goed voor slimme consumenten, die een goede telefoon voor een lage prijs willen hebben.