Waarom is een patent zo belangrijk voor telefoonfabrikanten?
Je Sim Only telefoon zit er vól mee: patenten! Oftewel: geregistreerde uitvindingen. Maar zo vanzelfsprekend is dat helemaal niet. Tijd om in de (best) ingewikkelde wereld van patenten en uitvindingen van jouw telefoon te duiken!
Wat is een patent?
Laten we beginnen met de kern van het hele gebeuren: wat is een patent eigenlijk? Een patent is het alleenrecht op het gebruiken van een uitgevonden techniek. Dit kan van alles zijn, zoals bijvoorbeeld een vingerafdruksensor voor een smartphone. Een patent wordt ook wel een octrooi genoemd.
Zodra je een uitvinding patenteert, mogen anderen deze uitvinding niet zonder jouw toestemming gebruiken voor hun product. Een patent geeft je namelijk twintig jaar het exclusieve recht op het gebruik van je uitvinding. Tenzij de uitvinder een patentlicentie verstrekt, maar daarover later meer.
Waarom is een patent zo belangrijk?
Zodra een smartphonefabrikant een door hem uitgevonden techniek patenteert, mogen concurrenten deze techniek niet overnemen. Voor fabrikanten is dat heel belangrijk. Ze steken namelijk veel geld in het onderzoek en de ontwikkeling van een nieuwe technologie. Zou het principe van patenten er niet zijn? Dan kan een concurrerende telefoonfabrikant deze techniek gratis overnemen zonder zelf kosten te maken voor onderzoek en ontwikkeling.
Het mooie aan patenten is dat het zorgt voor gezonde concurrentie. Daarnaast stimuleert het technologische ontwikkeling, omdat het voor een telefoonfabrikant loont om iets nieuws uit te vinden. Als uitvinder van een gepatenteerde techniek kun je namelijk geld verdienen als anderen met toestemming de door jou uitgevonden techniek gebruiken.
Wat zijn patentlicenties?
Dat brengt ons bij patentlicenties. Want telefoonfabrikanten gebruiken vaak ‘gewoon’ elkaars uitvindingen. Ze hebben dan een patentlicentie. Hierbij krijgt de ene fabrikant toestemming om de gepatenteerde techniek van de andere fabrikant te gebruiken.
Natuurlijk gaat dat niet zomaar. Nee, daar worden afspraken over gemaakt. Hoe dat wordt afgesproken? Dat weten vaak alleen de fabrikanten onderling. Grofweg zijn er twee opties: de fabrikant betaalt geld voor de patentlicentie of verstrekt in ruil voor de patentlicentie zélf een patentlicentie. Een beetje in de geest van ‘voor wat hoort wat’ dus!
Patentoorlogen, voor telefoons aan orde van de dag
Patenten beschermen de uitvinder tegen ‘dieven’ en patentlicenties zorgen ervoor dat telefoons van alle fabrikanten barsten van de beste functies. Toch zorgen patenten en patentlicenties ook voor ruzie tussen telefoonfabrikanten. Dit worden, met een gevoel voor sensatie, ook wel ‘patentoorlogen’ genoemd: rechtszaken waarbij de ene fabrikant de ander voor miljarden euro’s aanklaagt omdat die een gepatenteerde techniek zonder toestemming zou gebruiken.
Dat zit zo: een patent is passief. Dit betekent dat de uitvinder (dus de telefoonfabrikant) zelf naar de rechter moet stappen als de uitvinding naar zijn idee zonder toestemming wordt gebruikt. Er is dus niet een organisatie die controleert of uitvindingen zonder toestemming van de uitvinder worden gebruikt. Kan in de praktijk ook helemaal niet, want er zijn ontelbaar veel patenten. Het zou je werk maar zijn om bij te houden of er geen patent geschonden wordt… niet te doen!
Een rechtszaak over patenten van telefoonfabrikanten is vaak heel technisch en lastig te volgen. Vaak komt het erop neer dat de ene fabrikant zonder toestemming de techniek van een ander gebruikt. Samsung en Apple vliegen elkaar bijvoorbeeld regelmatig in de patentenharen. Zo hebben deze twee jaren in de clinch gelegen omdat Apple vond dat Samsung hun designs en interfaces had gekopieerd. Uiteindelijk heeft de rechter bepaald dat Samsung bijna 1 miljard dollar aan Apple moest betalen. Rechtszaken over patenten eindigen heel vaak in zo’n soort schikking tussen de telefoonfabrikanten.
Er is ook nog zoiets als een ‘patent-troll’. Dit is een bedrijf dat de eigenaar is van heel veel patenten, maar die zelf helemaal niet gebruikt. Zo’n bedrijf koopt patenten op. Daarna verdient het geld met het aanklagen van bedrijven die deze uitvinding in hun producten gebruiken en met het verstrekken van patentlicenties.
Patentportfolio opbouwen: aanpak van snel opkomende fabrikanten
Patenten kunnen verhandeld worden. De ene fabrikant kan dus het idee van de uitvinding van een andere fabrikant overnemen. Zeker in de wereld van de telefonie komt dat nog weleens voor. Met name nieuwe, snelgroeiende fabrikanten doen dat. Een slimme manier is om een ander bedrijf over te nemen. Dit is dan niet met het oog op groei van zo’n bedrijf, maar juist om het patentportfolio dat zo’n bedrijf in handen krijgt. Dit is de verzameling patenten die een fabrikant bezit.
Dat is bijvoorbeeld de reden waarom Google in 2011 de mobiele afdeling van Motorola overnam. Voor een megabedrag ook: 12,5 miljard dollar. Drie jaar later verkocht Google Motorola door aan Lenovo voor 2,9 miljard dollar. Je zou zeggen: een slechte deal. Niet dus, want Google behield het grootste deel van Motorola’s patentportfolio. Door als snelgroeiende telefoonfabrikant (wat Google in 2011 was) een patentportfolio op te bouwen, wordt het makkelijker om patentlicenties af te sluiten. Want dat is, zoals we al schreven, vaak een kwestie van ‘voor wat hoort wat’.
Komt er ooit een einde aan rechtszaken om een patent?
Rechtszaken over patenten verdwijnen waarschijnlijk nooit. Het is vaak een onderhandelingsstrategie waarbij fabrikanten hoog inzetten met schadeclaims van miljarden. Uiteindelijk eindigt zo’n rechtszaak in een schikking waarin fabrikanten onderling nieuwe deals sluiten. En zo kan die ene fabrikant dan bijvoorbeeld wél die ene toffe feature in jouw Sim Only telefoon plaatsen, terwijl dat daarvoor nog niet kon.