Zó worden mobieltjes in de fabriek getest
Wat is een voorwerp dat je elke dag gebruikt? Iets waar je eigenlijk niet meer zonder kan? Veel mensen beantwoorden deze vragen met “mijn mobieltje”. Dit belangrijke apparaat gaat al gauw drie tot vier jaar mee, maar hoe kan dat eigenlijk? In dit artikelen bekijken we de strenge tests waarmee fabrikanten hun mobiele telefoons op de proef stellen.
De standaardtests die elke fabrikant uitvoert
Mobiele telefoons worden vóór de massaproductie getest. Maar ook tijdens de fabricage als steekproef. Zo is de fabrikant er zeker van dat ze tegen een stootje kunnen. Dit zijn enkele van die tests.
- Laten vallen van de smartphone
De bekendste en misschien wel de beruchtste test is de valtest. Vergelijk dit met de botstesten die een auto ondergaat. Er zijn verschillende varianten van deze test. Zo is er een soort van lange kast die ronddraait en waarin het mobieltje steeds naar de andere kant valt. Ook bestaan er glazen vitrines waarin smartphones omhoog gehesen worden en van circa één meter hoogte worden losgelaten. Soms zit hier een medewerker bij die de eventuele schade in kaart brengt. - In- en uitschakelen van de smartphone
De hele dag een mobieltje aan- en uitzetten: het zal maar tot je takenpakket behoren. Gelukkig is dit een klus die robots kunnen klaren. Bij telefoons van het merk Oppo worden alle knoppen maar liefst 100.000 keer ingeduwd. - Volumeknoppen indrukken
De fysieke volumeknoppen van mobiele telefoons moeten net zo lang mee kunnen als het apparaat zelf. Daarom worden deze soms dagenlang achter elkaar ingedrukt door een knopjesindrukrobot die hier niet moe van wordt. Die kan hier zomaar 100.000 herhalingen aan kan wijden! - Scherm testen
Niet langer zijn schermen en knoppen van elkaar gescheiden; de touchscreens moeten dus niet alleen een goede beeldkwaliteit behouden, maar ook onze aanrakingen blijven detecteren. Er zijn machines voor om dit gebruik duizenden keren achter elkaar te testen. Ook wordt er extreme druk op schermen uitgeoefend om te zien waar ze tegen bestand zijn. - De vliegtuigmodus aan- en uitzetten
De vliegtuigmodus is niet alleen handig in het vliegtuig, zo ontdekken steeds meer mensen. Deze handige functie wordt daarom keer op keer aan- en uitgezet. Daar wordt een soortgelijke robot voor gebruikt als de robot dit schermaanrakingen test.
- Opladerpoort testen
Vrijwel dagelijks moet de telefoon aan de oplader. Het is daarom belangrijk dat de oplaadpoort feilloos blijft werken. Bij fabrikant Oppo wordt de oplader maar liefst 10.000 keer ingeplugd en er weer uitgehaald. En van Nokia is bekend dat dit merk zijn mobieltjes in een trommel met spijkerstof ronddraaide om de wrijving en pluisjes van broekzakken te simuleren. - Extreme temperaturen en vochtigheid
Mobieltjes worden overal ter wereld gebruikt: van de toendra tot de jungle en van de woestijn tot hoge bergtoppen. Ze moeten dan ook in elk klimaat werken. Fabrikanten testen hun telefoons daarom op het doorstaan temperaturen tussen de -40 ºC en de 70 °C. Ook testen ze de smartphones bij hoge luchtvochtigheid. Daarnaast worden snelle temperatuurschommelingen nagebootst.
Tests die van de fabrikant of het telefoonmodel afhangen
De bovenstaande tests worden bij alle merken gedaan. Maar er zijn ook tests die afhangen van het model of de functies van een telefoon.
- Hoofdtelefooningang testen
Ook al worden telefoons steeds vaker uitgerust met USB-aansluitingen of werken ze simpelweg met Bluetooth-oordopjes, er zijn nog steeds telefoons met een hoofdtelefooningang. Om die te testen wordt het stekkertje duizenden keren ingeplugd en weer uitgeplugd. - Indringers buiten de deur houden
De IP-rating, die de stof- en waterbestendigheid meet, wordt ook op de proef gesteld. Hoe diep en hoe lang houdt het mobieltje het vol in een bak met water? En kan hij een uitstapje door een bak met ultrafijn zand aan? Er is maar één manier om daar achter te komen. - Stenencentrifuge
Er zijn fabrikanten die hun mobieltjes in een soort centrifuge met stenen ronddraaien om de krasbestendigheid van het scherm te testen. - Hoe vaak kan hij uitklappen?
Van opvouwbare smartphones wordt het ‘flip’-mechanisme getest. Hierbij is het belangrijk dat het scharnier tienduizenden herhalingen aankan.
Worden smartphones nou zwakker of juist sterker?
De Nokia 3310 uit 2000 is een telefoon die velen van ons gehad hebben. Hij was gebouwd naar de Finse waarden van duurzaamheid en betrouwbaarheid. Daarvoor gebruikte deze fabrikant polycarbonaten: een soort plastic dat ook voor politieschilden en veiligheidsbrillen wordt gebruikt. De uitgebreide tests waar Nokia bekend om was, hielpen om een oersterk design te maken. Op YouTube zien we hoe hij een val vanaf ruim 300 meter hoogte moeiteloos overleeft.
Mobieltjes die in latere jaren uitkwamen, leken steeds breekbaarder te worden. Er werd met materialen geëxperimenteerd die misschien mooier voor het oog waren, maar waardoor een barst of een defect in een klein hoekje zat. Ook moesten er zoveel mogelijk snufjes in gepropt worden, wat de kwetsbare elementen dichter bij de oppervlakte bracht. 
Is er een trend om weer richting de onverwoestbaarheid van de Nokia 3310 terug te gaan? Het lijkt er wel op. Fabrikanten willen bijvoorbeeld een steeds hogere stof- en waterbestendigheidsscore voor hun smartphones.
Hoe je zelf voor een stevig mobieltje zorgt
Ondanks de rigoureuze tests van mobiele telefoons, blijven dit breekbare apparaten. Bescherm jouw mobieltje daarom met een telefoon-case. Kies daarbij het liefst voor een model met opstaande randen om te voorkomen dat het scherm breekt.
Deze ‘telefooncase’ kun je aanvullen met een screenprotector. Veiligheidsglas is daarvoor het beste materiaal; het absorbeert en verdeelt de impact waardoor de protector breekt, maar het scherm van jouw mobieltje heel blijft.
Tijd voor een nieuwe smartphone? Kijk dan goed naar de materialen waar het van gemaakt is. Plastic kan erg breekbaar zijn. Aluminium en glas bieden een grotere weerstand. En wil je echt een oersterke telefoon, kijk dan eens naar de speciale bouwtelefoons die er op de markt zijn. Die hebben geen hoesjes nodig!
